Een complexe functie is een complexwaardige functie van een complexe variabele, dus een functie

waarvan het definitiegebied
een deelverzameling is van de complexe getallen
. Vaak wordt een complexe functie als volgt genoteerd:
,
waarin
en
reëelwaardige functies zijn van twee reële variabelen. De theorie van complexe functies wordt functietheorie genoemd.
Afgeleide
Als voor
de limiet
,
bestaat, heet de complexe functie
differentieerbaar in
en wordt de limiet aangeduid als de afgeleide van
in
en aangegeven door:

Holomorfe functie
Een holomorfe functie is een functie die op een open deelverzameling van het complexe vlak
is gedefinieerd met waarden in
en die op ieder punt in
kan worden gedifferentieerd. Dit houdt in dat een holomorfe functie een gladde functie is en oneindig vaak kan worden gedifferentieerd. Een analytische functie is een functie die lokaal door een machtreeks kan worden benaderd die convergent is. In de complexe functietheorie is een holomorfe functie analytisch en is omgekeerd een analytische functie holomorf. Dat is in de reële analyse niet altijd het geval.
Meromorfe functie
Soms is een functie niet overal in z'n domein differentieerbaar, maar wel bijna overal. Bijna overal wil dan zeggen op een verzameling van geïsoleerde punten na. Men noemt zo'n functie een meromorfe functie. De term is afkomstig uit het Grieks, van μέρος (meros) dat deel betekent als tegengesteld tot ὅλος (holos) geheel. Een punt waar een meromorfe functie niet differentieerbaar is, is of een ophefbare singulariteit of een pool.
De Cauchy-Riemann-vergelijkingen
Als de complexe functie
differentieerbaar is in het punt
en we schrijven voor
:
,
geldt voor de afgeleide
.
De afgeleide kan dus worden uitgedrukt in de partiële afgeleiden van
en
in het punt
. In dat punt voldoet
dus aan de Cauchy-Riemann-vergelijkingen:


Omgekeerd geldt dat een functie
die op zijn gehele domein aan de Cauchy-Riemann-vergelijkingen voldoet en waarvan de partiële afgeleiden continu zijn, holomorf is.
Bekende stellingen uit de reële analyse
De meeste stellingen uit de reële analyse gelden ook in de complexe analyse. We formuleren er een aantal.
Kettingregel
Zij
en
beide holomorfe functies. Dan is de samenstelling
ook holomorf en voor de afgeleide geldt:

Inverse functies
Zij
een complexe functie, en
de inverse functie van
, dus zodat voor alle

Als er geldt dat
differentieerbaar is in
en
, dan bestaat de afgeleide van
in het punt
en wordt gegeven door:

Belangrijke complexe functies
De exponentiële functie
De exponentiële functie wordt met behulp van de formule van Euler gegeven:

Ook voor de complexe exponentiële functie gelden de bekende eigenschappen. Voor
is:

en

De logaritme
De exponentiële functie
is alleen een injectie als de waarden van
zijn beperkt tot een halfopen interval ter lengte
. De logaritme kan dan gedefinieerd worden als:

Met als argument:

De logaritme is gedefinieerd is op
.
Kiest men de waarde
, dan krijgt men de hoofdwaarde van de logaritme, die ook in de meeste gevallen wordt gebruikt. Voor de complexe logaritme gelden de gebruikelijke stellingen




Hierbij zijn
en
complexe getallen.
Machten
Met behulp van de logaritme en de exponentiële functie kunnen machten worden gedefinieerd. Als
en
complexe getallen, zijn definiëren we

Met deze definitie kunnen we ook de afgeleide bepalen van een macht:

Goniometrische en hyperbolische functies
De sinus en cosinus kunnen ook met complexe e-machten gedefinieerd worden. Voor complexe getallen
is




Hieruit volgt gemakkelijk dat:




en


De gebruikelijke relaties zijn ook geldig in de complexe analyse:










Hier zijn
en
complexe getallen.
Verder kunnen de goniometrische functies omgezet worden in hyperbolische en vice versa.


Machtreeksen
Hogere afgeleiden
Zoals eerder opgemerkt is, als
een holomorfe functie is op
en
een punt is in
dan is
oneindig vaak differentieerbaar in
. Verder geldt de volgende gelijkheid voor hogere afgeleides:

Daarin is
een gesloten kromme.
Machtreeksen en convergentiestralen
Als
een rij is van complexe getallen en
een complex getal is, wordt

een machtreeks genoemd om
. De machtreeks convergeert in
als

convergeert.
De convergentiestraal
van de machtreeks is gedefinieerd als:

Hierbij mag
ook de waarde oneindig aannemen.
Voor de convergentiestraal
geldt:

Als
eindig is, definieert men de convergentiecirkel van de machtreeks als de cirkel met middelpunt
en straal
.
Het blijkt dat de machtreeks convergeert voor elke
binnen de convergentiecirkel, en divergeert voor elke
erbuiten. Het convergentiegebied omvat dus de open cirkelschijf, en is bevat in de gesloten cirkelschijf. Voor
op de convergentiecirkel is het per geval verschillend. Als
oneindig is dan convergeert de machtreeks voor elke
.
Taylorreeksen
Elke holomorfe functie valt te schrijven als een machtreeks. Als

een machtreeks met convergentiestraal
, dan liggen de coëfficiënten
vast en wel door:

Hierbij is
een pad geparametriseerd door de functie
met
.
Voorbeelden van taylorreeksen zijn:



Bij deze drie reeksen is de convergentiestraal oneindig.
Ook de meetkundige reeks heeft een complex analogon, waarbij de convergentiestraal net als in het reële geval gelijk is aan 1.

De logaritme heeft ook een machtreeks, maar ontwikkeld om het punt 1. De convergentiestraal is 1.

Integreren
Paden
Een pad of een boog
is een deelverzameling van de complexe getallen, zodat
, waarbij
een complexe functie is:
met
en
reële functies. De functie
wordt de parametrisering van
genoemd. Als
continue afgeleiden heeft in
, heet
een gladde boog of kortweg glad.
Een voorbeeld van een gladde boog is de verzameling die voortgebracht wordt door de parametrisering
met
Dit is de eenheidscirkel in het complexe vlak, de cirkel met straal 1 om middelpunt 0.
is hier dus een gesloten pad.
Integreren
Zij
een parametrizering van een gladde boog
en zij
een complexe functie waarvoor
. De complexe integraal is gedefinierd door:

Hierbij kan
geschreven worden, zodat we overhouden

Als
een gesloten pad is, schrijft men ook wel

om aan te geven dat over een kring geïntegreerd wordt.
In veel gevallen is het mogelijk voor
verschillende parametrizeringen te vinden. Zolang de eindpunten van equivalente parametrizeringen niet verschillen, levert het altijd dezelfde waarde op voor de integraal.
Voorbeeld
Neem het gesloten pad gedefinieerd door de parametrizering
met
en
een geheel getal. Dan is

Als
volgt

Anders is

omdat de exponentiële functie een periodieke functie is.
Primitieven
In de reële analyse hebben veel functies een primitieve. Ook in de complexe functietheorie komen primitieven voor.
Definitie
Zij
een continue complexe functie. Een holomorfe functie

wordt een primitieve van
genoemd, als voor elk complex getal
geldt dat
.
Hoofdstelling van de integraalrekening
Met primitieven kunnen we de complexe versie van de hoofdstelling van de integraalrekening formuleren:
Zij
een gladde kromme in
met beginpunt
en eindpunt
. Als
een primitieve is van
op
, geldt

Primitieven, paden en kringintegralen
Het blijkt dat het hebben van een primitieve een prettige eigenschap is. De volgende uitspraken zijn equivalent:
1)
heeft een primitieve.
2) Integralen zijn onafhankelijk van het pad, zolang de begin- en eindpunten hetzelfde zijn (let op, dit is dus sterker dan dat de parametrisering van een pad niets uitmaakt!) Dus als
en
twee paden zijn met dezelfde begin- en eindpunten geldt er

3) Kringintegralen zijn gelijk aan 0. Dus als
een gesloten pad is, geldt er

Oneigenlijke integralen
Met complexe functietheorie kan in sommige gevallen een 'bepaalde integraal', die in de reële analyse niet of nauwelijks berekend kan worden, door uitbreiding naar het complexe vlak vrij eenvoudig berekend worden. Een bekend voorbeeld is
.
Een tweede voorbeeld is de stelling van Liouville: holomorfe functies met een begrensd bereik zijn constant. Dit geldt overduidelijk niet in de reële analyse. Zo is de sinus als functie van een reëel getal oneindig vaak differentieerbaar en bovendien begrensd, maar niet constant. De complexe versie is weliswaar oneindig vaak differentieerbaar, maar niet begrensd! Met deze laatste stelling kan de hoofdstelling van de algebra worden bewezen.