Hopeïet
Hopeïet | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
Mineraal | ||||
Chemische formule | Zn3(PO4)2·4H2O | |||
Kleur | Kleurloos, (grijs)wit of (licht)geel | |||
Streepkleur | Wit | |||
Hardheid | 3 | |||
Gemiddelde dichtheid | 3 kg/dm3 | |||
Glans | Glasglans | |||
Opaciteit | Doorzichtig tot doorschijnend | |||
Breuk | Oneffen | |||
Splijting | Perfect, [100] ; goed, [010] ; slecht, [001] | |||
Kristaloptiek | ||||
Kristalstelsel | orthorombisch | |||
Brekingsindices | 1,572 - 1,592 | |||
Dubbele breking | 0,0180 | |||
Lijst van mineralen | ||||
|
Het mineraal hopeïet is een gehydrateerd zink-fosfaat met de chemische formule Zn3(PO4)2·4H2O.
Eigenschappen
Het doorzichtig tot doorschijnend kleurloze, (grijs)witte of (licht)gele hopeïet heeft een glasglans, een witte streepkleur en de splijting van het mineraal is perfect volgens het kristalvlak [100], goed volgens [010] en slecht volgens [001]. Het kristalstelsel is orthorombisch. Hopeïet heeft een gemiddelde dichtheid van 3, de hardheid is 3 en het mineraal is niet radioactief.
Naam
Het mineraal hopeïet is genoemd naar de Schotse scheikundige Thomas Charles Hope (1766 - 1844). De Schot David Brewster beschreef het voor het eerst in België in 1824.[1]
Voorkomen
Hopeïet is een secundair mineraal, dat gevormd wordt in zink-afzettingen. De typelocatie is Vieille Montagne (Altenberg), Moresnet, provincie Luik, België. Het mineraal wordt verder onder andere gevonden in de Broken Hill-mijn, Kabwe, Zambia.
Zie ook
Externe link