Njord (mythologie)
In de Noordse mythologie is Njord of Njordr (Oudnoords Njörðr) een god behorend tot de Wanen. Hij staat voor vruchtbaar kustland, zeemanschap en zeilkunst.
Naam
Njörðrs naam wordt geschreven Njǫrðr in Oudnoords maar de 'ǫ' wordt vaak vervangen door 'ö'. Men kan dus op meerdere manieren de naam omzetten: Njord, Njordr, Niord, Niordr, Njörd en Njördr.
Alternatieve schrijfwijzen voor Njord zijn ook: Njördh, Njörðr en Njörður (IJslandse spelling)
Njord is mogelijk vergelijkbaar met de Romeinse God van de zee Neptunus en de Griekse Poseidon.
Genealogie
Njord is de echtgenoot van de reuzin Skaði en vader van Yngvi-Freyr en Freyja. Volgens de Heimskringla was hun moeder Njords eigen zuster. De naam van zijn zuster zou eveneens Njord kunnen zijn, volgens een naamreconstructie van een Suevische godin, die door Tacitus werd getranslitereerd naar het Latijn als "Nerthus" (= Njörðr). Hij verbleef in Nóatún ("Scheepsstad"). Njord is een god die nauw in verband wordt gebracht met vruchtbaarheid, net als de andere Wanen in het algemeen.
Njord en zijn kinderen kwamen later bij de Asen wonen, als "gijzelaars" na de oorlog tussen beide godenfamilies. Zij werden wel als deel van de familie beschouwd van aristocraten en rechtmatige leiders, maar ze waren niet vrij om weg te gaan, zodat de mutuele belangen van het vredesverdrag gevrijwaard konden blijven.
Njord is het Oudnoorse equivalent van de godin Nerthus, beschreven door Tacitus. Zo suggereerde Hilda R. Ellis Davidson in "Gods and Myths of Northern Europe" (1964) dat er mogelijk ooit een godenkoppel was, Njord en Nerthus, waarbij Freya later in de plaats kwam van Nerthus. Ze stelt eveneens dat er wel meer mannelijke en vrouwelijke goden gekoppeld werden in de Noorse mythologie, maar waarvan we weinig meer dan hun namen weten (bijvoorbeeld Ullr en Ullin).
Comparatief mythologist Georges Dumézil werkte het idee van Jacob Grimm uit dat de held Hadingus in Deense Historie, Book I van Saxo Grammaticus een 'gehistoriceerde' versie van Njord kon zijn, een euhemerisme. Deze suggestie werd door SF fantasieschrijver Poul Anderson in zijn War of the Gods gebruikt.
In de idiosyncratische reconstructie van de Noordse mythologie door Viktor Rydberg is Njord ook gekend als Fridleif, de Vredelievende. Met Hodr ondernam hij een vredesmissie naar Weland en Egil, die deze vrede afwezen. Hij redde zijn zoon Freyr later uit handen van de Jötun. Tijdens de godenoorlog tussen Asen en Wanen leidde hij de aanval op Asgard die hij won. Tijdens zijn afwezigheid uit Vanaheim trachtte Loki het daar over te nemen, maar Njord versloeg hem in de strijd en wees hem de weg naar de uitgang.
Stamboom
Olvaldi | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Thjazi | Iði | Gangr | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Skaði | Njord | ? | Gymir | Aurboða | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Óðr | Freya | Freyr | Gerdr | Beli | |||||||||||||||||||||||||||||||||||
Hnoss | Gersimi | Fjölnir | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Njord en Skaði
Volgens Rydberg doodden de Asen, na het stelen van de appels van de jeugd, per ongeluk Skaði's vader, Weland-Thjazi en betreurden dat. Maar hij had dan ook de IJstijd in de wereld gebracht. Reuzendochter Skaði bond daarop haar ski's aan, deed haar maliënkolder om, zette haar helm op en begaf zich naar Valhalla om haar vader te wreken. Maar de goden stemden ermee in dat zij het verlies op een of andere manier moesten goed maken. Dus mocht zij eender welke mannelijke god als echtgenoot kiezen, maar ze mocht wel alleen hun voeten zien bij haar keuze. Ze keek lang naar al de voeten, en koos toen het schoonste witte paar, omdat ze dacht dat die wel Baldr zouden toebehoren. Maar het was Baldr niet, het was Njord, want zijn voeten waren altijd schoongewassen door de zee. En alhoewel ze veel van elkaar hielden was hun huwelijk uiteindelijk toch wat moeilijk. Want Skaði als dochter van een bergreus woonde in het winterland, en Njord vond het erg altijd door de wolven te worden gewekt, en het was er zo al veel te koud voor hem om te slapen. En Skaði kon er niet tegen om in een lentewoud te wonen en elke ochtend door zingende vogels gewekt te worden. En ze vond het daar ook net iets te warm. Daarom hadden ze besloten om beurten negen nachten in de ene en negen in de andere plaats te wonen, in Þrymheimr bij haar, en dan in Nóatún. En zo ging het hun nog redelijk goed af.