Sint Nicolaaskapel

Sint-Nicolaaskapel
Sint-Nicolaaskapel
Plaats Nijmegen
Gewijd aan Nicolaas van Myra
Coördinaten 51° 51′ NB, 5° 52′ OL
Gebouwd in ca. 1000
Monument­nummer 31192
Architectuur
Stijlperiode Romaans
Portaal  Portaalicoon   Christendom

De Sint-Nicolaaskapel in Nijmegen, ook wel Valkhofkapel, Karolingische kapel of Heydense kapel[1]genoemd, is een kapel op het Valkhof, een heuvel in het centrum van de stad. Dit is een plek die al in gebruik was door de Bataven aan het begin van de jaartelling. De kapel is gewijd aan de bisschop Nicolaas van Myra.

De kapel is een van de overblijfselen van de Valkhofburcht, die in 1796 op enkele restanten na is gesloopt. Op het Valkhof bevinden zich ook nog de resten van de apsis van de Sint-Maartenskapel, die werd gebouwd in de 12e eeuw: de Barbarossa-ruïne.

Geschiedenis

Karel de Grote liet op dezelfde heuvel omstreeks 777 een van zijn paltsen bouwen: de Valkhofpalts. Volgens sommige 19e-eeuwse bronnen is de Sint-Nicolaaskapel een restant van deze (in de 11e eeuw verdwenen) palts zelf. Vanwege het feit dat de kapel op vrijwel dezelfde plek stond als de palts, en tevens overeenkomsten heeft met de Akense paltskapel, werd de ouderdom van de Valkhofkapel zodoende lange tijd veel te hoog geschat; de kapel zou reeds uit de achtste eeuw dateren. In dat geval zou het veruit het oudste nog bestaande gebouw van Nederland zijn geweest. Gedacht werd ook dat de kapel in 799 was ingewijd door de uit Rome gevluchte paus Leo III, op verzoek van Karel de Grote persoonlijk.[2][3] De kapel zou ook nog later in de reeds bestaande palts kunnen zijn geïntegreerd.

De Sint-Nicolaaskapel of Valkhofkapel dateert volgens nieuwere inzichten echter in werkelijkheid van omstreeks het jaar 1000, of nog iets later.[4]

Ook over degene die de kapel heeft gesticht, verschillen de meningen. Sommige bronnen noemen de abdis Theophanu van Essen. Zij zou de kapel gesticht hebben ter herinnering aan haar grootmoeder en naamgenote, de van oorsprong Byzantijnse prinses Theophanu (later keizerin van het Heilige Roomse Rijk), die op het Valkhof was overleden en een groot vereerder van de heilige Nicolaas van Myra zou zijn geweest.

Een andere theorie uit 2014 stelt dat de kapel gebouwd werd rond 996, onder Otto III.[5] Hij zou deze hebben gebouwd voor zijn moeder, de op deze plek overleden keizerin Theophanu.[6] Er is ook nog geopperd dat keizerin Theophanu zelf de stichteres zou zijn; in dat geval moet de kapel al tussen 972 en 991 zijn gebouwd.[7]

Waarschijnlijker lijkt echter de periode waarin veel kerken in romaanse stijl zijn verrezen: circa 1030 dan wel kort voor 1047, het jaar waarin de brand die naar verluidt de palts definitief vernietigde op de Valkhofheuvel woedde. Vooral de bovenbouw van de Sint-Nicolaaskapel zou daarbij beschadigd zijn geraakt.[8] In dit geval is de kapel vermoedelijk in opdracht van keizer Hendrik III gebouwd.

De kapel werd ook bezocht door Katharina van Kleef, in ieder geval in 1471.[9]

Een mogelijke reden dat de kapel bij de afbraak van de rest van de burcht eind 18e eeuw gespaard bleef, is dat men er toen een tempel van Julius Caesar in zag.[10]

Architectuur

De kapel is de enige nog bestaande romaanse centraalbouw in Nederland.

De kapel bestaat grotendeels uit tuf- en baksteen.[1]Hoewel lange tijd is gedacht dat de kapel een Karolingische kern bezit, lijkt deze opvatting intussen achterhaald.[11] Het muurwerk aan de buitenkant van de kapel is enkele malen gewijzigd, terwijl de achtzijdige kern van het gebouw werd verhoogd met een verdedigingstoren.

De paltskapel van Karel de Grote te Aken, nu deel van de Dom van Aken, diende als voorbeeld bij de bouw, wat te zien is aan de bijzondere zestienhoekige vorm.

De relatie tussen de Nicolaaskapel en keizerin Theophanu en haar familie baseert men op de achthoekigheid van de kapel; deze vorm was destijds typisch voor de Byzantijnse cultuur en werd door Theophanu ook naar de Lage Landen gebracht.[4]

Belangrijke onderdelen

In het midden van de kapel bevindt zich een open achtzijdige ruimte.

De kapel bevat hergebruikte Romeinse bouwelementen, zoals dakpannen en bakstenen, waarop nog steeds het merkteken van Legio X Gemina is te zien.[8]

In het portaal van de kapel was vroeger ook een Romeinse grafsteen ingemetseld, die zich tegenwoordig in het Valkhof Museum bevindt. Deze steen dateert uit de 2e eeuw en werd gemaakt voor een Romeinse veteraan uit het voornoemde legioen en diens zoon. De tekst hierop (een monogram) is later ontcijferd als opto sit tibi terra levis ("ik wens dat de aarde voor jou licht is").[8]

Heden

Het gebouw is in 1973 opgenomen in het rijksmonumentenregister.

De kapel wordt tegenwoordig onder andere gebruikt door de Grieks-Orthodoxe Kerk, exposities en literaire voordrachten. Sinds 2010 worden er tijdens de Vierdaagseweek onder de naam 'kapelsessies' kleinschalige muzikale optredens opgenomen.

In Madurodam staat een 1:25 schaalmodel van de Sint-Nicolaaskapel.

Zie de categorie Sint Nicolaaskapel (Nijmegen) van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.