Vroegnieuwhoogduits
Het Vroegnieuwhoogduits werd van ongeveer 1350 tot 1650 gesproken in grote delen van Duitsland en was de directe voorloper van het moderne Nieuwhoogduits. Het Vroegnieuwhoogduits was ontstaan uit het Middelhoogduits. De grens tussen deze twee historische fasen van het Duits is niet scherp; zo laten sommige taalkundigen zoals de gebroeders Grimm het Vroegnieuwhoogduits (of eigenlijk alleen het Nieuwhoogduits) pas beginnen met de door Maarten Luther vertaalde Lutherbijbel van 1545. Wel is iedereen het erover eens dat de periode van het Nieuwhoogduits is begonnen met de Vrede van Westfalen uit 1648.
Het scherp afbakenen van de periode van het Vroegnieuwhoogduits is vooral cultureel-historisch bepaald. Zowel Luthers gedichten en Bijbelvertaling als zijn geschriften die met de reformatie te maken hadden leverden de Duitse taal een hoop nieuwe woorden op. De periode van het Vroegnieuwhoogduits valt ook samen met de uitvinding van de boekdrukkunst en de tijd waarin het Duitse proza belangrijker werd dan de poëzie.
Fonologie en morfologie
Het Vroegnieuwhoogduits wordt ten opzichte van het Middelhoogduits gekenmerkt door een aantal belangrijke klankverschuivingen, die soms al eerder begonnen waren maar nu in het hele Hoogduitse taalgebied doordrongen en later ook in de spelling werden weergegeven. Op het fonologische vlak werd de overgang van het Middelduits naar het Vroegnieuwhoogduits vooral gekenmerkt door veranderingen in de articulatie van lange klinkers en diftongen. De belangrijkste zijn: het langer worden van klinkers in open lettergrepen, de Vroegnieuwhoogduitse monoftongering, de Vroegnieuwhoogduitse diftongering en/of de breking van reeds bestaande diftongen (bijvoorbeeld de transitie [ei] → [ai]) en de overgang van een alveolare naar een palato-alveolare fricatief, bijvoorbeeld slafen→ schlafen. Dit manifesteerde zich met name in de vervoegingen en in lettergreepstructuren. Als het gevolg van het wegvallen van veel onbeklemtoonde klinkers werd ook de verbuiging in het Vroegnieuwhoogduits een heel stuk vereenvoudigd.
Voorbeeldtekst
Luther, 1545 | Modern Duits |
---|---|
|
|