Goulds amadine
Goulds amadine IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2021) | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Een volwassen Goulds amadine | |||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Chloebia gouldiae (Gould, 1844) | |||||||||||||
Voorkomen van Goulds amadine | |||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||
Goulds amadine op Wikispecies | |||||||||||||
|
De goulds amadine (Chloebia gouldiae synoniem: Erythrura gouldiae) is een zeer kleurrijk vogeltje uit de familie van de prachtvinken (Estrildidae) dat in het wild voorkomt in Australië. De vogel is door de in zijn tijd eminente Britse ornitholoog en samensteller van geïllustreerde natuurboeken John Gould vernoemd naar zijn overleden echtgenote (en daarmee indirect naar zichzelf). De vogelsoort wordt ook gehouden in volières en onder liefhebbers wel aangeduid als Goulds amadine.
Uiterlijke kenmerken
Het schedeltje en de wangen zijn scharlakenrood (bij de zwart- of oranjekop uiteraard zwart of oranje). Om het kopje een smalle turquoisekleurige band. Borst violet, onderborst oranjegeel op de buik lichter wordend tot wit. De rug en vleugels zijn grasgroen. De romp is lichtblauw, de staart is zwart en de twee middelste veren zijn iets langer. Het vrouwtje heeft de kleuren rood en oranjegeel iets minder fel en de borst is meer lila dan violet. Zijn totale lengte, van kop tot puntje van de staart, is 12 à 15 centimeter.
Er zijn drie kweekvormen: de roodkop-goulds amadine, de zwartkop-goulds amadine en de oranjekop-goulds amadine. Er zijn enkele andere kleurvarianten bekend, zoals de geel-witborst, de gewone gele variant (gele goulds amadine), de witborst (heeft witte borst in plaats van paarse borst van normale variant), pastelkleurige goulds amadines (lichte tinten en grijs schedeltje). Er bestaat ook een zwartkop blauw overgoten, deze heeft vage kleuren met overwegend witte en lichtblauwe tinten. Er bestaan ook effen witte exemplaren, evenals de kleurslag bruin.
Verspreiding en leefgebied
De goulds amadine komt in het wild voor in het noorden van Australië op savannes, stenige heuvels en dichte graslanden. In het uiterste noorden van Queensland is de vogel zeer zeldzaam, iets algemener is de soort in het Noordelijk Territorium en West-Australië. Een voorzichtige schatting uit 2004 kwam op 2500 broedparen aan het begin van het broedseizoen. Latere, meer optimistische schattingen houden het op 10.000 volwassen vogels.
Status
In het leefgebied vinden veranderingen plaats omdat het gebied geschikt wordt gemaakt voor meer intensieve begrazing, waardoor bepaalde grassoorten waar de amadines van afhankelijk zijn, niet meer in het zaad schieten. Het tempo waarin deze veranderingen plaatsvinden neemt af. In 2008 stond de vogel als "bedreigd" op de internationale rode lijst, maar sinds 2012 is dit veranderd in "gevoelig".[1]
Volièrevogel
De vogel wordt wel gehouden als volièrevogel, zij het dat dat niet eenvoudig is. De vogels acclimatiseren namelijk moeilijk in gematigde streken: ze vereisen doorgaans temperaturen tussen 15 en 25 °C en kunnen niet zonder extra maatregelen in de winter buiten verblijven. Ook kunnen er niet veel vogels in een ruimte worden gehouden.[2] Omdat de goulds amadine de reputatie heeft een slechte broeder te zijn, worden vaak broedmachines of andere soorten als "gastouders" gebruikt. Anderen verwerpen deze kunstmatigheid.
Galerij
-
Een mannetjes roodkopgouldamadine.
-
Een jonge gouldamadine (eerste dag uit het nest).
-
Een gouldamadine in de Cincinnati Zoo - let op de fluorescerende "vleugeltjes" aan de zijkant van de snavel.