Tijdens de TT vonden twee dodelijke ongevallen plaats. Tijdens de training op 2 juni verongelukte bakkenist Brian Cockrell met een Norton Manx bij Braddan Bridge en tijdens de Sidecar TT op 8 juni verongelukte bakkenist Peter Essery bij Ballaugh Bridge. Mike Hailwood bracht door een virusinfectie vier dagen in bed door en kon ook niet in de Junior TT starten, maar op 12 juni was hij weer fit genoeg om in de Senior TT te starten.
Senior TT
Vrijdag 12 juni, zes ronden (364 km)
Er stond geen maat op Mike Hailwood in de Senior TT. Hij won met ruim drie minuten voorsprong op Derek Minter. Fred Stevens werd derde, met ruim zes minuten achterstand op Hailwood.
Jim Redman ondervond in het begin van de race nog wat druk van Alan Shepherd met zijn MZ RE 350, maar toen Shepherd uitviel won Redman comfortabel met ruim zeven minuten voorsprong op Phil Read met de AJS 7R. Mike Duff, eveneens op een AJS, werd derde. Mike Hailwood kon door een virusinfectie niet starten.
Nu de eerdere GP's gewonnen waren door drie verschillende merken (Alan Shepherd met de MZ RE 250, Tarquinio Provini met de Benelli 250 4C en Phil Read met de Yamaha RD 56), werd er een spannende confrontatie verwacht, temeer omdat ook Honda en Suzuki nog wat te bewijzen hadden en met grote teams aantraden. De race werd echter een deceptie omdat slechts acht van de 64 deelnemers de volle zes ronden aflegden. Read was trainingssnelste, maar na de eerste ronde lag hij al achter Jim Redman met de Honda RC 164. Alan Shepherd was toen nog derde. Read viel echter uit, net als het complete Suzuki-team (Bert Schneider, Jack Ahearn en Derek Minter). Zo won Jim Redman gemakkelijk, op korte afstand gevolgd door Alan Shepherd. Alberto Pagani werd met de eencilinder Paton derde, maar had al achttien minuten achterstand. Tommy Robb, na zijn ontslag bij Honda onmiddellijk aangenomen bij Yamaha, werd slechts zevende, twee plaatsen achter Roy Boughey, die met een Yamaha TD 1 A-productieracer reed.
Max Deubel en Emil Hörner leidden de Sidecar TT van start tot finish. Aanvankelijk hadden ze nog tegenstand van Florian Camathias. Camathias, herenigd met zijn oude bakkenist Alfred Herzig, lag tweede, maar viel door technische problemen met zijn Gilera 500 4C terug naar de vijftiende plaats. Daardoor werd de combinatie Colin Seeley/Wally Rawlings tweede en Georg Auerbacher/Beno Heim werden derde.