Nadat het Honda-team in 1959 met Naomi Taniguchi al bij haar eerste optreden een WK-punt had gescoord, kwam men nu met een groot team naar het eiland Man. Behalve de Japanners Moto Kitano, Sadao Shimazaki, Giichi Suzuki, Teisuke Tanaka en Naomi Taniguchi reden ook de Australiërs Bob Brown (als vervanger van Kenjiro Tanaka) en Tom Phillis voor Honda. Er werden nu punten in twee klassen gescoord. Wat minder opvallend presenteerde een tweede Japanse merk zich: Colleda, de voorloper van Suzuki, stuurde Michio Ichino, Mitsuo Itoh en Toshio Matsumoto om met hun Colleda RT 60 deel te nemen, maar toen Itoh zich tijdens de trainingen blesseerde vond men in Ray Fay een vervanger. MV Agusta won weer alle soloklassen en BMW de zijspanklasse.
Senior TT
Zeven ronden (425,1 km)
John Surtees leidde de Senior TT van start tot finish en reed een nieuw ronderecord van 104,08 mijl per uur. Met 102,44 mph reed hij ook het eerste racegemiddelde boven de 100 mph. Zijn teamgenoot John Hartle werd op 2½ minuut tweede en de snelste Norton-rijder Mike Hailwood had al 5½ minuut achterstand.
Met de nieuwe MV Agusta 250 Bicilindrica werden Gary Hocking en Carlo Ubbiali eerste en tweede in de Lightweight TT, voor Tarquinio Provini op de Moto Morini 250 Bialbero. Daarachter volgden de drie spectaculaire viercilinder Honda RC 161's, waarmee Bob Brown als vierde finisher de snelste was. Brown viel in voor de geblesseerde Kenjiro Tanaka, maar had als enige Honda-rijder al eerder op de Mountain Course geracet. Michael O'Rourke, die tijdens de trainingen zowel bij Windy Corner als bij Creg-ny-Baa gevallen was, werd met zijn door Herman Meier geprepareerde Ariel Arrow verdienstelijk zevende. Dickie Dale verving de geblesseerde Ernst Degner bij MZ, maar haalde de finish niet.
Florian Camathias was tamelijk onthand na het vertrek van bakkenistHilmar Cecco. In de Franse Grand Prix had hij gereden met John Chisnell, maar die stapte nu in het zijspan van zijn vaste rijder Bill Beevers. Camathias vond Robert Fiston bereid om zijn taak over te nemen, aanvankelijk met succes, want ze leidden tot de BMW in de laatste ronde stilviel. Camathias wist toch nog vijfde te worden, maar Helmut Fath/Alfred Wohlgemuth wonnen voor Pip Harris/Ray Campbell en Charlie Freeman/Billie Nelson. Dat was een succes voor Norton, temeer omdat de vierde plaats naar Les Wells/William Cook ging. Alwin Ritter, die weer was herenigd met Edwin Blauth, werd zesde ondanks het gemis van zijn rechterbeen, dat hij bij een verkeersongeval verloren had. Max Deubel viel met de ex-Walter Schneider-BMW RS 54 uit. Ook Fritz Scheidegger/Horst Burkhardt kregen pech, maar finishten nog als elfde.
Ernst Degner werd bij MZ vervangen door Dickie Dale in de Lightweight TT en door Bob Anderson in de Ultra-Lightweight TT. Dale had ingeschreven met een Benelli 250 Bialbero, die uiteindelijk niet aan de start kwam.
Tommy Robb's Ducati werd aangeboden aan Ray Fay, die dit aanbod accepteerde tot hij een nieuw aanbod kreeg om op de Colleda RT 60 van Itoh te rijden, waarna de 125cc-Ducati werd bestuurd door Brian Clark. Robb's 250cc-GMS ging naar Alan Shepherd.
Kenjiro Tanaka werd bij Honda vervangen door Bob Brown
Prototypen
Tijdens de trainingen verscheen er ook een 250cc-Yamaha, die op privébasis was ingeschreven. Daarom ging het waarschijnlijk niet om een eerste prototype van de Yamaha RD 48, maar om een Yamaha YDS-1-straatmotor. Eddie Crooks trainde met een eerste uitvoering van het Norton-Lowboy frame, maar startte waarschijnlijk met featherbed frames.