Savanne (landschap)

Savanne in Tarangire National Park in Tanzania

Een savanne is een tropisch of subtropisch graslandschap met verspreid voorkomende bomengroei. In een savanne is gras de overheersende begroeiing, gemengd met kruiden. Vergelijkbare landschappen in de gematigde zone worden doorgaans aangeduid met andere namen: steppe, pampa, prairie, bossteppe, poesta, toendra of woestijnsteppe.

Het hele jaar door heerst er een hoge (of ten minste vrij hoge) temperatuur van minstens 18°C. De neerslag bedraagt 50 tot 150 centimeter per jaar, wat in gematigde streken voldoende zou zijn voor een gesloten bos, maar niet in tropische en subtropische gebieden met hun veel hogere verdamping. Er is afwisselend een nat en droog seizoen.

Het woord "savanne" is afkomstig uit Zuid-Amerika, maar wordt het meest gebruikt voor de savannes van Afrika (en ook wel die van Australië en India). De Afrikaanse savanne kent een ongeëvenaarde verscheidenheid aan grote zoogdieren: olifanten, neushoorns, leeuwen, kafferbuffels, giraffen en talloze soorten antilopen. Typische bomen van de Afrikaanse savanne zijn de Afrikaanse baobab en de acacia. De Indiase savanne is - vanwege de grote bevolkingsdichtheid van het subcontinent - grotendeels omgezet in akkerland. De savannen van Venezuela worden doorgaans Llanos genoemd, die van Brazilië cerrado.

Er kunnen drie verschillende typen savannen worden onderscheiden: vochtige, droge en doornstruiksavannen:

Voorkomen en
milieufactoren
Typen savannes
Vochtige savanne Droge savanne Doornstruiksavanne
Voorkomen Afrika, Azië, Australië, India, Zuid-Amerika Afrika, Azië, Australië Afrika, Azië, Mexico, Zuid-Amerika
Klimaat,
neerslagperiode
7–8 maanden met neerslag 4,5–7 maanden met neerslag 2–4 maanden met neerslag
Jaarlijkse neerslag 1000–1500 mm 500–1000 mm 250–500 mm
Plantengroei Het hele jaar door tot 2 m hoge groene grassen
Open bos van de vochtige savanne, galeriebossen langs de rivieren
Akkerbouw zonder irrigatie
Borsthoge grassen, verspreide bomen Tot 30 cm hoge grassen, doornig struikgewas

Savanne in Suriname

Savannen in het binnenland

Bodem bij Jodensavanne

In Suriname komen zowel in het noordelijk laagland als in de meer heuvelachtige terreinen van het binnenland savannegebieden voor. De savannen van Suriname hebben hoogstwaarschijnlijk hun oorsprong te danken aan het savanneklimaat dat tot 10.000 jaar geleden heerste. Het huidige ecosysteem van de savannen verandert door menselijke activiteiten zoals zandafgravingen.[1]

Er zijn drie gebieden die door de aanwezigheid van savannen gekenmerkt worden:

  • De bijna oost-west verlopende zone waar de Coesewijneserie dagzoomt, met een aansluitend deel van de Oude Kustvlakte in het gebied van Moengo en Albina in het oosten. Deze zich dwars over geheel Suriname uitstrekkende gordel wordt ook wel de savannegordel genoemd
  • Een zone gelegen ten zuiden van de hierboven genoemde "savannegordel" tussen Kwakoegron en het Brokopondostuwmeer.
  • Een uitgestrekt terrein in het bovenstroomse deel van de Sipaliwini. Deze savannen zetten zich voort op Braziliaans gebied.

Op zandsteen, granieten en laterietkappen komen hier en daar kleinere, meer of minder individueel optredende savannen voor.[2]

De savannen beslaan ongeveer een procent van het Surinaams landschap. Ongeveer een vijfde deel van de bekende plantensoorten van Suriname komen in deze gebieden voor. Savannen kunnen geclassificeerd worden op grond van de begroeiing. Er is struik- en grassavanne en savannebos, dat laatste onderscheidt zich door de hogere en dichtere vegetatie. Op grond van de bodemgesteldheid worden savannen ingedeeld in klei-, bruinzand-, witzand- en rotssavannen.

Zie ook

Open savannegebied met grazende antilopen (Masai Mara, Kenia)
Open savannegebied met grazende antilopen (Masai Mara, Kenia)